Hans Peter van Uffelen, sectoradviseur bij VanDijk, in gesprek met Colette Hendriks, adviseur leermiddelen, en Albert Noord, rector Harens Lyceum, onderdeel van Openbaar Onderwijs Groningen (OOG).
VanDijk is een van de eerste leveranciers die het Edu-V keurmerk heeft ontvangen voor zijn producten. Voor het onderwijs is het keurmerk van grote betekenis. Wat precies? In dit gesprek delen Colette en Albert met Hans Peter hoe het keurmerk hen helpt om orde te scheppen in een complexe keten en wat dat concreet oplevert voor OOG.
Hans Peter: ‘We werken al jaren met elkaar samen, op allerlei niveaus. Niet alleen rond bestellingen, maar ook bij de doorontwikkeling van onze processen en diensten zoals onze leermiddelencatalogus. Hoe ervaren jullie die samenwerking?’
Colette: ‘Die voelt heel natuurlijk. Wij kijken wat docenten en leerlingen nodig hebben en welke keuzes daarbij passen. VanDijk kijkt hoe systemen en processen daarop kunnen aansluiten. Omdat we elkaar makkelijk weten te vinden, kunnen we snel schakelen. Ik zie dagelijks wat er op scholen gebeurt en deel dat met jullie. Jullie nemen dat weer mee in de doorontwikkeling van de catalogus en de leermiddelenapplicatie. Zo versterken we elkaar.’
Albert: ‘Ja, dat herken ik. Waarbij ik vooral kijk naar het effect op de werkvloer. Lesmateriaal moet kloppen, veilig zijn en toegankelijk werken, zonder gedoe. Daar heb je partners voor nodig die verder kijken dan hun eigen rol. Colette weet precies wat er speelt en jullie luisteren goed. Daardoor kunnen we blijven verbeteren.’
Hans Peter: ‘Wij hebben onlangs het Edu-V keurmerk behaald voor onze applicaties. Daarmee laten we zien dat gegevensuitwisseling veilig, betrouwbaar en volgens gezamenlijke standaarden verloopt. Sluit dat aan bij wat jullie nodig hebben om digitaal onderwijs goed te organiseren?’
Albert: ‘Zeker. Ouders vertrouwen ons hun kinderen toe. Dat geldt voor de fysieke school, maar net zo goed voor de digitale omgeving. Je wilt niet het risico lopen dat gegevens verkeerd terechtkomen. Veel processen spelen buiten het zicht van docenten of leerlingen. Dan moet ik erop kunnen vertrouwen dat leveranciers veilig werken en dat de afspraken kloppen.’
Colette: ‘In de praktijk gaat er enorm veel data door de keten. Van leerlinginformatie tot licenties, bestellingen en gebruiksgegevens. Scholen kunnen niet elke koppeling zelf controleren. Dat is simpelweg niet haalbaar. Met Edu-V weten we dat iedereen volgens dezelfde afspraken en standaarden werkt. Dat geeft rust en zorgt dat wij ons werk beter kunnen doen.’
Hans Peter: ‘Om het Edu-V keurmerk te behalen, moeten leveranciers aantonen dat alle processen op orde zijn: van documentatie en beveiligingsmaatregelen tot de technische werking van koppelingen. Elke koppeling wordt apart getoetst, en de modelverwerkersovereenkomst moet volledig, juist en transparant zijn. Het gaat dus niet alleen om techniek, maar ook om zorgvuldigheid, volledigheid en bewijsvoering. Dat maakte het een intensief traject. Hoe kijken jullie daar vanuit de schoolkant tegenaan?’
Colette: ‘Voor ons is dat heel prettig. Ik ervaar elke dag hoe ingewikkeld de leermiddelenketen soms is. Het gevaar van miscommunicatie ligt snel op de loer. Laatst nog had ik een uitgever aan de telefoon die ervan overtuigd was dat distributeurs de prijzen hadden verhoogd. Dat klopte niet: de school werkte met een oud contract waar nog handlingskosten in zaten. Zo’n detail lijkt klein, maar veroorzaakt direct ruis in de hele keten. Dan moet je eerst reconstrueren waar het misverstand precies is ontstaan. Door de afspraken van Edu-V wordt dat veel helderder. Iedereen gebruikt dezelfde begrippen en dezelfde standaarden. Daardoor ontstaat minder interpretatieverschil, werkt data-uitwisseling veiliger en hoeven scholen niet meer zelf uit te zoeken waar een fout vandaan komt.’
Albert: ‘Precies dát raakt ons als scholen direct. Want als er ruis ontstaat, zijn wij degene die het moeten uitleggen aan docenten, ouders of collega-schoolleiders. Terwijl de oorzaak vaak buiten de school ligt. Met uniforme afspraken haal je dat weg. Je creëert een basis waarop je kunt vertrouwen. Iedereen werkt vanaf hetzelfde vertrekpunt. Dat maakt het speelveld eerlijker, transparanter en veel voorspelbaarder. Dat heb je als school nodig om onderwijs en de organisatie daarachter goed te laten draaien.’
Hans Peter: ‘Jullie beschrijven hoe ruis en verschillen in werkwijzen voor onduidelijkheid kunnen zorgen. Dat sluit aan bij iets wat jullie eerder benoemden: dat scholen behoefte hebben aan een duidelijker structuur, waar lesmateriaal op één manier wordt aangeboden en gebruikt. Hoe helpen gezamenlijke afspraken en standaarden jullie om dat in de praktijk beter te organiseren?’
Albert: ‘Standaardisatie is voor ons erg belangrijk. Niet om alles dicht te timmeren, maar om te voorkomen dat we afhankelijk worden van losse personen of maatwerkoplossingen die verdwijnen zodra iemand weggaat. Standaarden zorgen voor continuïteit en ze maken ruimte voor scholen om eigen materiaal toe te voegen. Wij geloven in een mix van uitgeverijmateriaal, open leermateriaal en zelfgemaakte lessen. Maar dat werkt alleen als systemen die mix goed ondersteunen.’
Colette: ‘En docenten willen hun materiaal het liefst vanuit één plek aanbieden, zonder allerlei omwegen of aparte accounts. Ze willen zeker weten dat het veilig is en dat leerlingen er direct bij kunnen. Edu-V maakt dat een stuk overzichtelijker. De onderliggende structuur wordt helderder, waardoor het voor scholen gemakkelijker wordt om materialen goed te organiseren en aan te bieden.’
Hans Peter: ‘Jullie zeggen: docenten willen overzicht en zekerheid. En om goede keuzes te maken heb je niet alleen veilige toegang nodig, maar ook inzicht in gebruik, iets wat een dienstverlener als VanDijk goed kan bieden.’
Colette: ‘De behoefte aan inzicht groeit enorm. Scholen willen weten wat ze gebruiken, wat weinig wordt ingezet en waar ze voor betalen. Nu komt data vaak in verschillende vormen binnen, waardoor vergelijken lastig is. Met standaarden wordt dat veel eenvoudiger. Je kunt onderbouwde keuzes maken, vakgroepen meenemen en middelen doelmatig inzetten.’
Albert: ‘En het geeft regie. Je kunt sturen op feiten in plaats van op gevoel. Zeker in een groot bestuur als het onze scheelt dat enorm veel tijd, uitzoekwerk en frustratie.’
Hans Peter: ‘Tot slot: als jullie vooruitkijken, wat is dan jullie wens voor digitaal onderwijs?’
Colette: ‘Behoud het boek als basis. Dat werkt voor veel leerlingen en geeft houvast. Zet digitaal onderwijs in als verrijking: voor actualiteit, differentiatie en toetsen. Zo benut je het beste van beide werelden.’
Albert: ‘En geef docenten ruimte om keuzes te maken. Een methode hoeft niet uit te puilen van informatie. Vaak is zeventig procent genoeg. Docenten vullen de rest zelf aan. Dat maakt het onderwijs rijker en meer van henzelf. Als systemen dat goed ondersteunen en alles veilig werkt, dan zit je goed.’
Hans Peter: ‘En Edu-V helpt daarbij: minder gedoe, meer regie en een veilig fundament.’
Organisatie: VanDijk
Functie: Sectoradviseur
VanDijk is een van de grootste educatieve distributeurs in Nederland. Scholen in alle sectoren gebruiken de dienstverlening van VanDijk om zowel fysieke als digitale leermiddelen te selecteren, ontvangen en te gebruiken. Het bedrijf speelt een sleutelrol in de onderwijslogistiek: van bestellingen van leermiddelenpakketten tot veilige ontsluiting van digitaal lesmateriaal. Die positie maakt dat VanDijk nauw samenwerkt met uitgeverijen, leveranciers en scholen om de keten iedere dag betrouwbaarder en eenvoudiger te maken.
Organisatie: Harens Lyceum, onderdeel van Openbaar Onderwijs Groningen (OOG).
Functie: Adviseur leermiddelen
OOG is een groot bestuur met scholen in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Het bestuur zet sterk in op eigentijds onderwijs, digitale toegankelijkheid en een veilige, stabiele infrastructuur voor leerlingen en medewerkers. Binnen die ambitie spelen mensen als Colette en Albert een belangrijke rol: Colette als adviseur leermiddelen, dicht bij de praktijk en de keuzes van vakgroepen; Albert vanuit zijn achtergrond in ICT en onderwijs, met focus op continuïteit, veiligheid en toekomstbestendige digitale processen.
Organisatie: Harens Lyceum, onderdeel van Openbaar Onderwijs Groningen (OOG).
Functie: Rector
Met het Edu-V keurmerk bouwen scholen en leveranciers samen aan een digitaal onderwijslandschap dat veilig, betrouwbaar en toekomstbestendig is. Samen zorgen we voor minder gedoe en meer tijd voor onderwijs – tijd voor wat echt telt.
Wil je weten welke producten van VanDijk en andere leveranciers een keurmerk hebben?