Edu-V is een keurmerk voor digitale gegevensuitwisseling in het primair, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs. Stichting Edu-V werkt in werkgroepen met deelnemers uit de publieke en private partijen samen om de afspraken, die de basis vormen van het keurmerk, te ontwikkelen, te beheren en toe te zien op de naleving. We noemen deze vorm van samenwerken ‘co-creatie’. De afspraken, die de werkgroepen opstellen, worden verrijkt met informatie uit focusgroepen en getoetst binnen de klankbordgroep.
De verschillende werk-, focus- en klankbordgroepen hebben al veel bereikt. Via de voorzitters van de werkgroepen delen we het laatste nieuws per werkgroep.
Voorzitter werkgroep Architectenraad, werkgroep Doorgifte administratie en werkgroep Verwerven en in gebruik nemen van digitale leermiddelen.
Als teamleider Doorontwikkeling & Beheer Afsprakenstelsel en voorzitter van de bovengenoemde werkgroepen, is H-P dagelijks bezig met het optuigen van de technische ruggengraat van Edu-V. Hij spreekt leveranciers, overlegt met scholen, geeft advies over implementaties en bewaakt de samenhang. Daardoor weet hij als geen ander hoe belangrijk het is dat systemen binnen de infrastructuur van het onderwijs goed met elkaar samenwerken. ‘De grootste winst zit hem in de basis op orde brengen.’
‘We bouwen aan de fundering die je pas mist als hij er níet is.’
De werkgroep Architectenraad heeft de spelregels bepaald voor alle andere afspraken. Er is vastgelegd welke technische principes álle andere werkgroepen moeten volgen. Denk aan het gebruik van veilige en uniforme standaarden voor gegevensuitwisseling, afspraken over wie welke gegevens mag opvragen en hoe systemen elkaar herkennen en vertrouwen. Deze basis staat inmiddels. H-P: ‘Alle werkgroepen bouwen voort op dit fundament. Dankzij deze gemeenschappelijke basis zorgen we ervoor dat systemen straks samenwerken, zonder dat leveranciers telkens opnieuw het wiel hoeven uit te vinden.’
Deze werkgroep heeft afspraken gemaakt over hoe gebruikers zich technisch moeten identificeren binnen het ecosysteem van digitale leer- en onderwijsmiddelen. De afspraken bevatten een identiteitsverklaring en een methode om deze identiteit ook door te kunnen geven aan andere systemen. Met als doel dat een leerling of een docent met slechts één login meerdere diensten kan gebruiken.
Deze werkgroep heeft afspraken gemaakt over hoe basisgegevens – zoals wie een leerling of student is, in welke klas hij of zij zit, bij welke leerkracht of docent – veilig gedeeld kunnen worden tussen systemen. De afspraken zijn inmiddels afgerond en de eerste leveranciers passen ze al toe in hun systemen.
H-P: ‘Tot nu toe werden leerling gegevens met verschillende standaarden en vaak nog met Excel-lijsten verstuurd tussen administratiesystemen en andere leveranciers. Dat is onveilig en foutgevoelig. Er liggen nu afspraken, die de uitwisseling beveiligen en waarbij de school consent geeft over de uitwisseling van de gegevens. Daarna is de uitwisseling geautomatiseerd, waardoor een leerkracht of docent niet meer handmatig zijn klas hoeft in te voeren.’ De afspraken zijn uitgewerkt in technische specificaties, gebaseerd op de referentie architectuur van Edustandaard en de internationale standaard OneRoster. In focus- en klankbordgroepen is besproken hoe scholen de regie houden: bijvoorbeeld door niet álle leerling gegevens standaard te delen. ‘We combineren privacy met gebruiksgemak. En dat is echt winst.’
De werkgroep richt zich op het hele traject van leermiddelenselectie tot en met de levering ervan. Hoe kies je als school wat je nodig hebt? Hoe en waar bestel je het, en hoe zorg je ervoor dat alles op tijd en op de juiste plek terechtkomt? Samen willen we dit proces eenvoudiger, betrouwbaarder en minder foutgevoelig maken. H-P: ‘We hebben concrete afspraken gemaakt over het delen van catalogus informatie, zoals titel, prijs, licentievorm en beschikbaarheid, en over hoe je bestellingen digitaal kunt afhandelen. Leveranciers implementeren deze afspraken al; Van Dijk, Noordhoff, NEO, Peppels en Magister hebben zich gekwalificeerd en de eerste implementaties zijn live. We werken dit jaar aan een nieuwe gegevensdienst: de digitale leermiddelenlijst. Daarmee kunnen scholen straks een bestellijst maken die ze in potentie bij meerdere leveranciers kunnen gebruiken. Dat geeft meer vrijheid en overzicht.’
In het voortgezet onderwijs zijn we gestart met de implementatie van de afspraken: we kwalificeren koppelingen, implementaties draaien en koppelingen werken. We verwachten dat het primair onderwijs vanaf het najaar volgt, omdat de systemen daar anders zijn ingericht en sommige routes net anders lopen. De bestaande afspraken passen we op de betreffende context aan. Zo kunnen ook basisscholen straks veilig en zonder extra werkdruk gebruikmaken van dezelfde slimme gegevensuitwisseling.
Voorzitter werkgroep Toetsen en examineren en werkgroep Evalueren leervoortgang
Als voorzitter van twee werkgroepen voert Marcel veel gesprekken met zowel scholen als leveranciers. Wat telkens terugkomt in de gesprekken: toetsresultaten handmatig invoeren kost veel tijd, leidt tot fouten en zorgt voor frustratie bij leerkrachten, docenten en administratief personeel. Dankzij de afspraken die gemaakt zijn, kunnen cijfers straks veilig en automatisch doorstromen van toetssystemen naar administratiesystemen en dashboards, en kunnen voortgangsgegevens straks uitgewisseld worden tussen leerportalen en overkoepelende dashboards. En dat zorgt voor minder administratielast, minder fouten en meer overzicht in de leervoortgang van leerlingen en studenten – precies wat leerkrachten en docenten al jaren vragen.
‘Van overtypen naar automatiseren en inzichten krijgen in de leervoortgang van leerlingen en studenten. Daar doen we het voor.’
Deze werkgroep maakt afspraken over het automatisch uitwisselen van toetsresultaten tussen toetssystemen, leerlingadministratiesystemen (LAS) en dashboards. Marcel: ‘In het basisonderwijs gebeurt dit al langer, maar in het voortgezet onderwijs nemen medewerkers toetsresultaten vaak nog handmatig over. Met alle risico’s van dien.’
Voor veelvoorkomende toetssoorten, zoals methode- en LVS-toetsen, zijn inmiddels afspraken vastgelegd. Daarbij zijn onder andere cijfers, normeringen (zoals voldoende/onvoldoende) en gegevens over de toetsvorm uitgewisseld. De afspraken zijn gebundeld in versie 1.0, waarmee de eerste groep leveranciers aan de slag is gegaan. Begin 2025 is het bereik van deze versie uitgebreid met aanvullende scoretypen, normeringen en resultaattypen in versie 2.0. Hiermee kunnen meer typen toetsen worden uitgewisseld, waardoor meer leveranciers de koppeling kunnen implementeren.
Marcel: ‘De eerste implementaties zijn inmiddels live. Scholen met een koppeling tussen een toetssysteem en een LAS zien nu dat toetsresultaten automatisch verwerkt zijn. In het najaar volgt de bredere uitrol.’
De afspraken zijn tot stand gekomen op basis van input van scholen en leveranciers. Marcel: ‘We hebben goed gekeken naar hoe het gaat. Wat werkt er niet? Wat moet er beter? Die praktijkkennis is meegenomen in de technische specificaties.’
Deze werkgroep richt zich op een groeiende behoefte in het onderwijs om inzicht in de leervoortgang te bundelen in een overkoepelend dashboard vanuit verschillende digitale systemen. Daarvoor is het uitwisselen van ‘procesdata’ over het gebruik van leermiddelen noodzakelijk. Maar inzicht verkrijgen in dat gebruik is ingewikkeld. Leveranciers delen die gegevens niet zomaar. Dat heeft te maken met de context waarin je voortgangsgegevens goed kunt interpreteren, maar ook met vragen over eigenaarschap van data en hoe transparant je kunt en moet zijn in een complexe keten. Marcel: ‘Leveranciers zijn daar terughoudend in, en dat is begrijpelijk. Tegelijkertijd willen scholen de gegevens graag benutten om eenvoudiger inzicht te krijgen waar een leerling of student staat in zijn leerproces. Dat spanningsveld vraagt om zorgvuldigheid en wederzijds begrip.’
De werkgroep verkent momenteel welke data gedeeld kunnen worden, op welke manier dat veilig en eerlijk kan, en welke technische en organisatorische afspraken daarvoor nodig zijn. Marcel: ‘We kijken naar vragen als: hoe meet je gebruik? Welke data zeggen écht iets? En hoe zorg je dat dit gebeurt zonder privacy of concurrentiepositie in gevaar te brengen?’
De input van scholen is hierbij leidend. Tijdens gesprekken en inventarisaties hebben we in kaart gebracht waar scholen tegenaan lopen. Die praktijkkennis vormt de basis voor de eerste voorstellen. In de tweede helft van 2025 starten we met de uitwerking hiervan in afspraken. Marcel: ‘We bouwen niets zonder draagvlak. Daarom nemen we de tijd. In 2026 hopen we de eerste concrete afspraken op te leveren die scholen en leveranciers echt verder helpen.’
Voorzitter werkgroep Combineren en arrangeren
Judith leidt een werkgroep die zich richt op een herkenbare uitdaging: hoe vind en combineer je als leerkracht en docent leermaterialen uit verschillende bronnen en methodes?
‘Leerkrachten en docenten combineren leermaterialen al jaren. Wij zorgen dat het makkelijker wordt.’
De werkgroep onderzoekt hoe je als leerkracht en docent flexibel leermiddelen kunt selecteren en samenstellen. Die behoefte leeft breed: scholen willen naast methodes ook ander of aanvullend materiaal inzetten, bijvoorbeeld open leermateriaal of eigen opdrachten. Daarmee ontstaat ruimte om onderwijs beter af te stemmen op de klas, de actualiteit of de visie van de school. In de praktijk gebeurt dit al volop. Maar vaak moeten leerkrachten en docenten op goed geluk zoeken, bijvoorbeeld via zoekmachines of Facebookgroepen. Judith: ‘We willen het makkelijker en slimmer maken. Door leermateriaal – zowel open als gesloten – te voorzien van metadata, kunnen systemen beter filteren en leerkrachten en docenten sneller vinden wat ze nodig hebben en dat materiaal makkelijker combineren en arrangeren, om te komen tot betere leerpaden voor hun leerlingen en studenten.’ De werkgroep heeft het proces van combineren en arrangeren door leerkrachten en docenten in kaart gebracht. Judith: ‘Met deze informatie als basis ontwikkelen we voorstellen hoe we het proces kunnen ondersteunen. We werken aan een logische indeling van het leermateriaal. Deze voorstellen werken we verder uit en we verwachten deze in het najaar te kunnen bespreken met de focus- en klankbordgroepleden. Hun input is van groot belang. We willen zeker weten dat dit werkt in de praktijk en dat leveranciers het kunnen toepassen.’
De werkgroep zit nu in de fase waarin de eerste afspraken in ontwikkeling zijn. Het streven is om de afspraken in 2026 definitief vast te stellen.
De afspraken die de basis vormen van het Edu-V keurmerk zijn ontwikkeld door de inzet van publieke en private partijen samen. Wij noemen deze vorm van samenwerken ‘co-creatie’. Of je nu weinig of veel tijd aan het bouwen van het Edu-V keurmerk wil en kan besteden, we hebben voor iedereen een passende vorm.
Wil jij bijdragen aan afspraken die echt het verschil maken voor veilig, flexibel en toekomstbestendig onderwijs? Meld je dan aan.