Wim Siemann: ‘Digitalisering moet de doelgroep dienen, niet andersom’

Met 28 jaar ervaring in het onderwijs en een aanstekelijk enthousiasme voor innovatie, is Wim Siemann een waardevolle stem binnen de klankbordgroep van Edu-V. Vanuit zijn rol als adviseur bij Albeda, College Economie & Ondernemen, denkt hij actief mee over digitale leermiddelen, praktische knelpunten en de noodzaak van samenwerking.

Wie: Wim Siemann
Functie: Adviseur Innovatie en Onderwijsontwikkeling bij Albeda, College Economie & Ondernemen. ‘Ik werk onder andere aan de implementatie van digitale leermiddelen, toetsbeleid en professionalisering van onderwijsteams. Ik zoek altijd naar de balans tussen innovatie en werkbaarheid. Digitalisering moet de doelgroep dienen, niet andersom.’
Zit in: de Edu-V klankbordgroep
Wat doet de klankbordgroep: De klankbordgroep toetst de voorstellen en conceptafspraken van de verschillende werkgroepen. Op basis van ervaringen uit de praktijk geven deelnemers als Wim feedback op thema’s als toegankelijkheid, veiligheid en de samenhang tussen systemen. Hun input zorgt ervoor dat de Edu-V keurmerken straks breed gedragen worden en praktisch toepasbaar zijn in het onderwijs.

‘De klankbordgroep is geen praatclubje. Wat ik daar inbreng, komt ook echt ergens terecht.’

Hoe kwam je bij deze klankbordgroep terecht?

‘Via mijn netwerk. Ik ben al jaren actief binnen The Dutch Alliance, een strategisch netwerk voor internationale samenwerkingen in het middelbaar beroepsonderwijs en gericht op een leven lang ontwikkelen voor volwassenen, en ben daarnaast betrokken bij meerdere projecten van Npuls. Omdat Edu-V en Npuls verschillende domeinen bestrijken, maar elkaar óók raken, bijvoorbeeld op het gebied van het creëren van veilige infrastructuren, voelde het logisch om aan te haken. Ik vind het belangrijk dat er onderlinge afstemming is. Die afstemming helpt om versnippering te voorkomen en om van elkaars expertise te profiteren.’

Waarom wilde je graag meedoen?

‘Omdat er zóveel gebeurt op het gebied van digitalisering en wij daar als mbo-instellingen dagelijks mee te maken hebben. Neem bijvoorbeeld de inrichting van digitale systemen op het gebied van rollen en rechten. Op een dag werd er bij ons een fout ontdekt: iemand met verkeerde rechten had een wijziging doorgevoerd in de boekenlijsten. Gevolg? Studenten die verkeerde boeken bestelden, docenten die hun lessen moesten omgooien, ouders die verhaal kwamen halen. Zo’n fout kostte onze school bijna een jaar aan herstel. Dan denk ik: Als het boekenlijstproces optimaal was door informatie over digitale leermiddelen te standaardiseren en verschillende applicaties beter op elkaar te laten aansluiten, was dit mogelijk voorkomen. Daarbij kan Edu-V helpen.’

Op welke manier denk jij mee vanuit jouw achtergrond?

‘Ik kom oorspronkelijk uit het bedrijfsleven. Ik heb gewerkt op de beurs in Amsterdam en weet hoe belangrijk het is om risico’s in te schatten en beheersbaar te maken. Die blik neem ik mee in mijn werk binnen het mbo en ook richting Edu-V. Bij Albeda heb ik bijvoorbeeld een simulatiebedrijf in speelgoed- en cadeauartikelen opgericht. Studenten leren daar leveringsbonnen maken, facturen versturen en belangrijker nog: op tijd komen en verantwoordelijkheid nemen. Je kunt het zien als een gecontroleerde omgeving waar ze fouten mogen maken, zodat ze er echt van leren. Dat soort praktijkgericht denken probeer ik ook binnen Edu-V in te brengen: hoe zorgen we ervoor dat afspraken niet alleen op papier kloppen, maar ook uitvoerbaar zijn in het klaslokaal en daarbuiten?’

Hoe ervaar jij de klankbordgroep?

‘Heel positief. Het is geen praatclubje. Wat ik daar inbreng, komt ook echt ergens terecht. Laatst werd er een quizje uitgezet, waarmee ik van tevoren al mijn input kon geven. Dat helpt om de sessies efficiënt te houden. Ik leer ook van andere deelnemers: hoe werkt het in het po, het vo? Die uitwisseling vind ik goud waard.’

Is er iets wat jij graag zou willen toevoegen aan de klankbordgroep?

‘Misschien nog meer aandacht voor de praktijkverhalen. Niet alleen wat er technisch kan, maar ook wat er op scholen gebeurt. Hoe docenten worstelen met nieuwe tools. Hoe studenten afhaken als iets niet werkt. Of juist opbloeien, zoals bij onze digitale niveau 2-klas. Daar kwamen studenten tot bloei die het fysiek op school niet redde. Een alleenstaande moeder zei: “Voor het eerst lukt het me om alles te combineren.” Zulke verhalen zijn belangrijk. Ze dwingen ons om af te wegen of gemaakte afspraken ook echt werken voor studenten en docenten.’

Hoeveel tijd vergt de klankbordgroep van jou?

‘Weinig, want het sluit aan op mijn dagelijkse werk. De bijeenkomsten zijn hooguit anderhalf uur en heel gericht. Ik hoef me niet in te lezen in iets wat ver van me afstaat: ik breng gewoon in wat ik zie op de werkvloer.’

Als mensen twijfelen om aan te sluiten bij de klankbordgroep, wat zou jouw advies zijn?

‘Niet twijfelen, gewoon doen. Je kunt echt iets bijdragen en je krijgt er inzichten voor terug. Het is zonde als we als sector allemaal steeds hetzelfde wiel opnieuw uitvinden. Samen kom je verder.’

Tegen welke uitdagingen loopt jouw school aan op het gebied van digitale leermiddelen?

‘Een van de grootste uitdagingen is dat we roepen: “alles moet digitaal”, maar we vergeten de doelgroep. Ik werk bijvoorbeeld met structuurklassen. Daarin zitten studenten met autisme of andere ondersteuningsbehoeften. Die hebben vaste routines nodig. Als ik daar ineens aankom met een digitale tool, raken ze compleet van slag. Aan de andere kant zagen we tijdens corona ook studenten opbloeien die thuis eindelijk in hun eigen tempo konden werken. Sommigen deden hun opdrachten ’s avonds als de kinderen sliepen. Toen ontdekten we: hé, dit werkt. Inmiddels hebben we een volledige online niveau 2-klas met meer dan 200 studenten. Maar we selecteren wel: dit is plan A. Voor wie dat niet past, is er plan B. Zo moet het ook: digitalisering moet de student en de docent dienen, niet andersom.’

Hoe kan het Edu-V keurmerk hierbij helpen?

‘Door overzicht te creëren. Er zijn honderden leveranciers, maar wat is veilig, wat werkt goed? Wie kan ons helpen met professionalisering, wie heeft verstand van didactiek? Als Edu-V die partijen in kaart brengt, kunnen wij betere keuzes maken. Nu zoek ik alles zelf uit. Straks open ik het keurmerkregister en zie ik: ah, deze leverancier scoort goed op veiligheid. Als een leverancier deelnemer is of producten met een Edu-V kenmerk heeft, weet ik dat het voldoet aan de gestelde eisen aan veiligheid en gestandaardiseerde gegevensuitwisseling. Dat scheelt tijd en risico’s.’

Waar staan we over vijf of tien jaar als het gaat om digitale leermiddelen?

‘Digitale leermiddelen, AI en platformen zullen dan niet meer als losse toevoegingen aan het onderwijs voelen, maar onderdeel zijn van het geheel. Denk aan een infrastructuur waarin leermiddelen automatisch gekoppeld zijn aan het leerplan. Studenten hebben dan toegang tot hun eigen leerdata, bijvoorbeeld via eduwallet. Nu zitten we nog in de pioniersfase. Het gaat snel, dat merk je aan AI. Laatst wilde PostNL een microcredential ontwikkelen voor postbezorgers. Daar is nu geen officiële opleiding voor, terwijl die sector sinds corona met 50 procent is gegroeid. Binnen tien minuten had ik met ChatGPT een lesprogramma, toetsplan en leeruitkomsten samengesteld. Dat is bizar. Maar: AI is een hulpmiddel. Het blijft de mens die de context snapt. Daarom moeten we investeren in professionalisering en blijven nadenken over wat we met al die technologie willen.’

Wat is volgens jou veilig, flexibel en toekomstbestendig onderwijs?

‘Onderwijs waarin we slimme technologie combineren met gezond verstand. Waarin privacy goed is geregeld. Waarin docenten niet alles zelf hoeven uit te vinden. Waar studenten op hun eigen tempo kunnen leren. En waarin we systemen bouwen die écht helpen. Ik gebruik nu een AI-tool die werk van studenten analyseert en feedback geeft. Heel waardevol, maar alleen omdat ik weet dat de servers in Europa staan. Voor mij is dat een harde eis: als ik niet zeker weet waar data van studenten belanden, dan gebruik ik een tool liever niet. Dit soort digitale toepassingen kunnen pas bijdragen aan goed onderwijs als ze veilig en transparant zijn. Als docent weet je dat je daar geen zorgen over hoeft te maken als een product het Edu-V keurmerk heeft. Hoe je dat soort keuzes maakt als docent, daar kan Edu-V een sleutelrol in spelen.’

Wil je meedenken of meer weten over de afspraken die uit de werkgroep voortkomen?

Sluit je aan of lees verder op de ‘Bouw mee’ pagina.